Grens aan zorgplicht
Het handelen van banken wordt kritischer bekeken. Met enige regelmaat ontstaan zorgplichtdiscussies. Een concrete grens valt niet aan te geven. De grens wordt voornamelijk bepaald door rechtspraak. Met name door lagere rechtspraak waar zorgplicht door feiten en omstandigheden wordt ingekleurd.
Een voorbeeld van een grens is de uitspraak van Rechtbank Rotterdam, 16 maart 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:1769. Uit deze uitspraak volgt dat de zorgplicht van een bank niet zo ver gaat dat zij een (zakelijke) debiteur hoeft te waarschuwen voor de financiële positie van een derde, tevens klant van de bank, of dat zij de kredietovereenkomst niet had mogen afsluiten gelet op die financiële situatie.
Zoals hiervoor geschreven draait het om feiten en omstandigheden. De gesloten financieringsovereenkomst betrof een reguliere kredietovereenkomst. De risico's waren overzichtelijk. Daarnaast was van belang:"niet gesteld is dat (gedaagde in hoofdzaak/eiser in incident) bij het aangaan van de kredietovereenkomst niet in staat was om deze betalingsverplichtingen te dragen."
De uitkomst van deze zaak is wenselijk. Terecht betrekt de rechtbank in haar oordeel dat de bancaire vertrouwelijkheid in acht genomen moet worden.
De casus kan ook omgekeerd worden: hoe zou een ondernemer reageren als een bank de financieringsrelatie zou opzeggen, omdat het met een leverancier of afnemer van de ondernemer slecht gaat? Vermoedelijk is de reactie van de ondernemer afwijzend.
Naar mijn smaak dus een 'gezochte' zaak om een bank aansprakelijk te stellen.